Giotto model, 1992
gesso on cardboard
22 x 18 x 12 cm

> draft: Giotto a Padua (after Giotto), 1991, water-color, pencil and ink on paper, framed

> research: Giotto
01 Annunciation to St Anne, 1304–06, fresco, 200 x 185 cm, Cappella Scrovegni, Padua
02 The Birth of the Virgin, 1304–06, fresco, 200 x 185 cm, Cappella Scrovegni, Padua

> link: excerpt from catalogue HOE = HET NU, 2010

PETER NIJENHUIS
Een hedendaags kunstwerk kopen, waarom?

Animeren
Het animeren of in beweging zetten van de blik en dus ook het gemoed van de toeschouwer (…) lijkt me het kenmerk bij uitstek van de beeldende kunst. (…) Het onderwerp van de voorstelling [van de muurschildering die Giotto aan het begin van de veertiende eeuw aanbracht op een van de muren van de kapel van de Scovegni in Padua] is de verschijning van een engel aan Anna, de moeder van Maria. Iedereen ziet onmiddellijk dat de voorstelling perspectivisch wat onhandig in elkaar zit en ongerijmdheden bevat. Het gordijn in de opengewerkte kamer van Anna lijkt zowel parallel als dwars op het beeldvlak te staan. Dat die kamer diepte heeft wordt visueel gesuggereerd door de lage rode kast of kist rechts. Door het onvolmaakte, schuine perspectief wordt die suggestie tegelijkertijd behoorlijk tegengewerkt. Verder is ook het ontbreken van het onderlijf van de engel die door het venster de ruimte in zweeft niet helemaal overtuigend. Deze eigenaardigheden doen echter niets af aan het effect van de voorstelling. Je blik tast min of meer automatisch de ruimte met de heilige af en ook de veranda daarnaast met de spinnende vrouw. Die veranda trekt niet in de laatste plaats de blik vanwege het feit dat er achter de heilige nog een trap is te zien, die, als je wat langer kijkt, naar het balkon boven de veranda blijkt te voeren. Zonder dat je daar zelf bij stilstaat ben je bij het bekijken van de muurschildering al snel bezig met een soort ruimtelijke verkenning, want hoe kom je bijvoorbeeld van die veranda op het daarboven gelegen balkon.

Aantrekking en afstoting
Het animeren of lokken en vasthouden van de blik door illusies van ruimte en diepte is een procedé dat in de eeuwen na Giotto door schilders en tekenaars op allerlei manieren is gebruikt. Drie eeuwen na Giotto maakt Pieter de Hoogh er gebruik van in het schilderij Een vrouw met kind in een kelderkamer dat zich tegenwoordig in het Rijksmuseum in Amsterdam bevindt. De Hoogh schilderde links en rechts achter de vrouw en het meisje op de overloop een lichte en een donkere kamer. Die lichte kamer trekt het meeste aan en biedt via een raam ook nog eens uitzicht op het huis aan de overzijde van de straat die voor het huis moet liggen. De voorstelling prikkelt om in gedachten een circulair traject af te leggen. Dat traject loopt van de overloop naar rechts, door de lichte kamer naar het raam. Daar verlaat je het huis. Via de straat voor het huis, ga je naar het raam links, waar je het huis weer binnentreedt om daar door de donkere kamer terug te keren naar de overloop.
Zoiets als Giotto en De Hoogh doet ook Johannes Vermeer in De Brief. Vermeer voegt aan het effect van diepte, dat de blik aantrekt, een ander effect toe, dat de blik juist afstoot of terug naar de voorgrond brengt. Op het schilderij van Vermeer werpt de toeschouwer vanaf een gang een blik in een kamer die je maar ten dele ziet, maar die, daar wijst zo’n beetje alles op, aanzienlijk groter moet zijn. In de kamer zit een deftige mevrouw op een stoel. Zo te zien heeft ze het bespelen van de luit op haar schoot zojuist onderbroken om een brief aan te nemen van de bediende die achter haar staat. De deftige dame heeft de brief in haar hand en kijkt met een vragende blik over haar schouder naar de bediende. Dit alles zie je als toeschouwer, terwijl het lijkt alsof je door de gang passeert. Onwillekeurig voel je de neiging om je blik de kamer in te laten dwalen. Wat de nieuwsgierigheid wekt is niet alleen de scène met de dame, maar ook de kamer waarvan je slechts een gedeelte ziet. De gedachte om je naar voren te bewegen en links om de hoek te kijken dient zich als vanzelf aan. Je zou ook graag om de dame en de bediende heenlopen om de twee landschapsschilderijen te bekijken die de schilder aan de muur achter hen heeft afgebeeld. Er is met andere woorden in dit schilderij veel wat de blik aantrekt. Die blik wordt echter ook afgestoten. Het is duidelijk dat de toeschouwer vanaf de gang iets ziet wat eigenlijk niet voor zijn ogen en oren bestemd is. Dat alles wekt de neiging om decent je blik af te wenden en door te lopen. (…)

Wortels in de traditie
(…) Kuitenbrouwer knoop met fragmenten en weglatingen aan bij een lange traditie van ruimte- en lichtillusies. Zoals je bij de hierboven genoemde De Hoogh en Vermeer fragmenten ziet die een straat of een kamer voor de geest roepen die niet direct kan worden waargenomen, zo roept Kuitenbrouwer door middel van fragmenten, weerspiegelingen en weglatingen zaken voor de geest die niet direct te zien zijn, maar door je brein onwillekeurig worden geconstrueerd.

Peter Nijenhuis, 13 december 2010

excerpt from catalogue published in connection with the auction exhibition HOE = HET NU, K13, 2010

images
01 cover auction catalogue K13
02 Giotto, Annunciation to St Anne, 1304–06, fresco, 200 x 185 cm, Cappella Scrovegni, Padua
03 Pieter de Hoogh, Woman with a Child in a Pantry, c. 1660, Oil on canvas, 65 x 60,5 cm
04 Johannes Vermeer, The Love Letter, c. 1669–70, Oil on canvas, 44x 38,5 cm
 

© 2015 Mirjam Kuitenbrouwer all rights reserved

> summary in HTML format