ALEX DE VRIES Mirjam Kuitenbrouwer is een donkere kamer Uitgesproken ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling ‘De Wereld in de Wacht’ in Gist, Brummen 23 10 2005 Het werk van Mirjam Kuitenbrouwer heeft aan uitleg geen behoefte. Dit werk uitleggen is overigens vrijwel onmogelijk. Je kunt het toelichten: de materialen, de thema’s, de technieken, maar omdat het werk zich juist daaraan heeft weten te ontworstelen werkt ook zo’n toelichting averechts. Dat wil niet zeggen dat het werk zijn afkomst verloochent. Integendeel. Mirjam Kuitenbrouwer is volstrekt openhartig over haar fascinaties voor de uiteenlopende bronnen voor haar werk, zoals de fobie van de modelbouwer, de accuratesse van de archivaris, de precisie van de documentalist of de monomanie van de romancier voor zijn zelfverzonnen wereld. Het zijn fascinaties waarin zij zichzelf hopeloos verliest. En nu komt het paradoxale: alleen als zij zich daarin verliest, weet ze richting te geven aan haar werk. Dan gaat ze erin op. Wat leidt tot het aforisme: alleen als je de weg kwijt bent, kun je die terugvinden. Of psychologischer: alleen als je jezelf verliest, kun je je hervinden. Dat uitleggen aan de hand van haar werk is dus onmogelijk, maar wat het teweegbrengt is onontkoombaar. Dus leg het kunstwerk niet uit, licht het niet toe, maar zeg wat je ervan vindt en wat het met je doet. Mirjam Kuitenbrouwer vindt steeds opnieuw haar kijk op de wereld uit, omdat ze het spoor volkomen bijster is. Ja, dan moet je wel. Haar wereldbeeld ziet er volstrekt anders uit dan wat wij doorgaans waarnemen. Het is een raadsel dat we niet zien wat Mirjam Kuitenbrouwer ziet. Kijk, onze wereld is ook een doolhof waarvan we de uitgang niet weten - uiteindelijk liggen we allemaal levenloos onder een van die hoge ligusterhagen die ons het zicht op de constructie van de wereld belemmert - maar het labyrintische wereldbeeld van Mirjam Kuitenbrouwer is van een dusdanig vanzelfsprekende complexiteit dat het een ongekend inzicht biedt in de ons omringende chaos. In het labyrint van Mirjam Kuitenbrouwer vind je in feite alleen op de tast je weg. De uitgang kun je vergeten, want hoe kom je eruit als je al geen ingang wordt geboden. Je kijkt je ogen uit. Het oeuvre van Mirjam Kuitenbrouwer is een donkere kamer. Godverdomme wat is het buiten licht, als je de deur opendoet. Gauw die deur weer dicht. Maar dan zit het beeld al binnen en het begint zich te ontwikkelen, het fixeert zich op je netvlies. Je hebt geen enkel houvast, maar dat beeld is onontkoombaar. Die hele donkere kamer is er van bevangen. Op iedere wand kun je het beeld projecteren met het dia-apparaat dat je eigen kop toch is, en steeds zie je de wereld die naar binnen is geflitst vanuit een andere hoek. Nu is niet alleen het werk van Mirjam Kuitenbrouwer een donkere kamer waarin ze precies projecteert wat ze wil laten zien: de werkelijke donkere kamer is zijzelf. Echt, daar kom je niet uit. Het kenmerk van een donkere kamer is dat die het beste leeg kan zijn. Dan kun je er tenminste wat in kwijt. Leegstand biedt mogelijkheden die ongebruikt worden gelaten. Dat is wat Mirjam Kuitenbrouwer misschien doet: alles wat in onbruik raakt voor gebruik herbestemmen. Haar nieuwste werk is een radicaal in beeld geschoven muur opgebouwd uit honderden modelbouwmuren. Haar muur is geen modelbouw, maar pure sloopbouw. Ze heeft werkelijk de schepping afgebroken, om een nieuw wereldbeeld mogelijk te maken. Het eigenaardige is dan dat ze niet kan bouwen wat haar voor ogen staat. Bij haar springt de wereld op krukken. De bouw zelf creëert het beeld dat ze zelf niet kent. Bij de Duitse modelbouwdozen waar ze gebruik van maakt, zit de aanmoediging: Sie haben beim zusammenfügen bestimmt viel Freude, weil alles paßt und somit keine Nacharbeit erforderlich ist, maar het wekt geen verbazing dat bij Mirjam Kuitenbrouwer juist helemaal niks past en dat alles Nacharbeit is, erger nog: vaak is het Nachtarbeit. Wie er met de wereld vandoor wil om die te vervangen, moet dat in verstolen uren doen. Met de brokstukken van oude architectuur bouwt ze een nieuw panorama dat steeds groter moet worden om het toch passend te krijgen. Ondertussen staat de wereld in de wacht. Bij geen kunstenaar zie je zoveel systemen als bij Mirjam Kuitenbrouwer, juist met het oogmerk standaardisatie te ondermijnen. Haar muur is een kleurencompositie in plastic die in harmonische verhoudingen een ritmisch verloop zoekt. Het is een met beperkte middelen uitgevoerde improvisatie: een impromptu, even vlug beraamd als ten uitvoer gebracht. Bij de eindeloze puzzel die ze argeloos begint, dwingt de naderende voltooiing enkel af dat er nog veel meer stukjes zouden moeten zijn die er een plaats in krijgen. Als de puzzel bijna af is, ziet ze wat het wordt en met dat resultaat voor ogen, staat Mirjam Kuitenbrouwer al weer iets anders voor de geest. Als donkere kamer is Mirjam Kuitenbrouwer ook een projector, een projectontwikkelaar. De gesprekken die ze in de modelbouwwinkel opvangt, houden haar scherp: “Je moet wel weten of je een dorp gaat bouwen of een stad.” Dat is nog gemakkelijker gezegd dan gedaan als je Mirjam Kuitenbrouwer bent. Als je een donkere kamer bouwt, staat er geen kleurrijk plaatje op de doos van wat je uiteindelijk in elkaar te puzzelen hebt. Je kunt alleen de werkelijkheid waarnemen naar het model dat je er zelf van hebt gemaakt. Terwijl je daar mee bezig bent, heb je geen idee wat je te wachten staat. Alles hangt af van de uitsnedes die je kiest, hoe je naar de bouwelementen kijkt en vanuit welke positie. Daarbij zoekt Mirjam Kuitenbrouwer met die architectuur naar een leef- en denkwereld waarin ze tot haar recht komt. Dat wil dan nog niet zeggen dat ze er kan functioneren, maar wel dat er in ieder geval ontvankelijkheid bestaat voor het construct van en voor het denken dat haar beheerst. Zoals de wereld in de wacht staat, is een beeld van Mirjam Kuitenbrouwer een gedachte in de wacht. |
||||||