IRENE VEENSTRA Interview met Mirjam Kuitenbrouwer (scroll down for German version) Wat is een kunstwerk? MK: Een kunstwerk is een ding. Het is de gestalte van een gedachte, voortgekomen uit een innerlijke noodzakelijkheid, dus zonder dat het rekening houdt met andere mensen, en zonder dat het speciaal voor iemand is gemaakt: het is iets dat nodig was. Het is een vorm die een idee vertegenwoordigt zoals bijvoorbeeld woorden in een samenstelling betekenis dragen. IV: Wat is innerlijke noodzaak precies? MK: Het gaat om drijfveren, om bezetenheid. Om de onvermijdelijke drang dingen die je ziet, opneemt en herinnert om te zetten in beelden, in dingen om vast te houden. Om je iets eigen te maken. Sommigen schrijven een boek, anderen maken een schilderij of een beeld waarin een bundeling ontstaat van voorstellingen en associaties die in je hoofd spelen en bij elkaar komen. Ik denk eigenlijk, dat het een heel vaag begrip is, een kunstwerk. IV: Hanteer je maatstaven of methodes om die innerlijke noodzakelijkheid te leren kennen? MK: Het is een gegeven. Ik probeer er zo zuiver mogelijk mee om te gaan. Dat is een houding en een voorwaarde om oprecht en helder ideeën te hanteren. IV: Kan een kunstwerk ook onzuiver zijn? MK: Dat zijn de werken die niet en misschien wel nooit af komen; die niet vrij zijn van wat er niet aan, bij of in hoort. Dingen die niet genoeg uitgesproken zijn. Een zuiver kunstwerk heeft een soort stilte over zich, alles is dan in evenwicht. Het is de inlossing van een verlangen. Iets dat er onmogelijk anders kon komen dan zoals het er op een gegeven moment is: klaar, kloppend, in evenwicht. Het behoeft geen toelichting, het staat op zichzelf. IV: Wat voor een functie heeft een kunstwerk dan? Wil je een ander iets vertellen of wil je jezelf iets duidelijk maken. MK: In eerste instantie mijzelf. Ik maak niet iets met de gedachte dat iemand anders er gelukkiger door wordt. IV: Je maakt geen kunstwerken om de wereld te veranderen? MK: Nee, daar heb ik absoluut geen behoefte aan. IV: Is het een vorm van herinneren? MK: Ja... ja in heel sterke mate is het herinneren. Nieuwe dingen hebben in feite niets met de toekomst te maken, maar juist met het verleden. IV: Zijn toekomst en verleden duidelijk gescheiden van elkaar? MK: De toekomst is er nog niet en in het geheugen liggen de ervaringen die indruk gemaakt hebben. Die herinneringen zijn er gewoon en daar kun je op terug grijpen, dat is je bodem, daar leef je op: het verleden is een basis. IV: Ik zou me kunnen voorstellen dat je toekomstgericht bent? Dat je het wilt hebben over dat wat je nog niet weet. MK: Ik ken geen toekomst dus kan ik me daar ook niet door laten leiden. Er is wel een streven dat voortkomt uit wat je hebt meegemaakt, iets waarvan je graag zou willen dat het zou gebeuren. Ik zie het verleden als uitgangspunt. Je kijkt met de ogen van wat je hebt meegemaakt. IV: Is een kunstwerk een poging niet te vergeten? MK: Ja. Om niets verloren te laten gaan van wat ik koester, van wat in mijn gedachten speelt. Ik schrijf regelmatig stukjes, kleine verhaaltjes om vaak terug te lezen en mezelf te herinneren aan wat ik wil en denk. Als je ze later weer leest zie je een verandering in de manier van kijken, denken en schrijven. IV: Maar die veranderingen heb je niet gezocht, die zijn ontstaan. MK: Ja. IV: Zijn er bepaalde herinneringen, die steeds weer naar voren komen? MK: Nee, maar ik krijg wel steeds duidelijker het gevoel dat ik aan het begin sta. IV: Dat je teruggaat? MK: Nee, dit is geen teruggaan. Het begin. Ik weet niet wat het begin is, meestal ben je ergens middenin, en het einde is al helemaal onduidelijk. Maar ik bedoel aan het begin van wat je kent. De wereld verbreedt zich steeds meer. Er kan nog zoveel gebeuren. Het besef van aan-het-begin-staan, is ook een gevoel van nietigheid. IV: Je voelt je een beginneling? MK: Niet een beginneling in de zin van klungelig, maar op schaal gezien. Toen ik naar de kunstakademie ging, toen dacht ik nu krijg ik wel in de gaten waar het om gaat – maar na ieder jaar krijg je steeds meer kennis, je wordt steeds bewuster van wat je ziet en daar raak ik een soort onbevangenheid en onwetendheid kwijt, waardoor ik ga zien dat er nog veel meer is dan wat je bewustzijn bevatten kan. IV: Is dit besef een besef van in een groter verband staan? Dat je deel van iets bent? MK: Ook ja. IV: Dus de herinnering brengt je in een groter verband? MK: Ik weet niet of dat speciaal de herinnering is. Het heeft te maken met steeds maar weer verder gaan, met een opeenvolging. Het kunstwerk is in dit verband een soort manifest van een tijd en ieder werk beslaat zo een bepaalde periode van mijn leven. Het is gemaakt vanuit de behoeften die ik toen had. Ik heb me wel eens afgevraagd of je op een bepaald ogenblik niets meer kunt maken, dat er niets meer komt, maar zoals er die oneindigheid is in het ontdekken, is die er ook in het ontstaan van nieuw werk. Het houdt nooit op. IV: Je maakt meubelachtige werken, hoe is dat begonnen? MK: Ik weet het niet. Zolang als ik me kan herinneren heb ik dingen gemaakt, getimmerd, getekend en boekjes volgeschreven. Toen ik klein was heb ik heel veel karren gebouwd en ook hutten: dingen die je kon gebruiken, waar ik zelf in kon zitten. Maar het waren geen meubels of kunstwerken. IV: Is er dan nog geen sprake van innerlijke noodzakelijkheid? MK: Die zit er dan juist heel zuiver in. IV: Dan zou het een kunstwerk moeten zijn. MK: Het is niet nodig die dingen zo te benoemen. Als je klein bent, dan doe je gewoon iets. Er is dan nog geen sprake van herinneringen, een verleden of een sterk bewustzijn. Ik heb sowieso nooit iets gemaakt om het later een kunstwerk te kunnen noemen. IV: Is het begrip kunstwerk niet de aanduiding van een bepaalde status van dingen die gemaakt zijn? MK: Ja, het begrip is een soort waardering. Maar benoeming is iets dat later komt dan het maken. Het gaat erom een ding te willen maken, niet een zogenaamd kunstwerk. Benoemen is beoordelen. Ik maak beelden voor sensaties; om ervaringen op te roepen en ze erin vast te leggen. Die van de laatste jaren blijken dan als kunstwerk te worden aangeduid. Die kar bijvoorbeeld, die heb ik gemaakt om hard door de bochten te kunnen rijden, en als dan de wielen dubbelsloegen moest ik weer een nieuwe maken. Het ging alleen om de fysieke ervaring van het ding. De beelden die ik nu maak zijn uit een omvangrijker idee gemaakt. Beelden maken is als schrijven: ik vertel een verhaal door een vorm te bouwen. Geleidelijk ontstaan uit wekenlang stukjes schrijven, schetsen en modelletjes maken om tot een vorm te komen die alles waar ik naar streefde in zich draagt. Ze zijn minder vergankelijk dan de karren. Uiteindelijk is er in intenties denk ik weinig verschil in wat ik vroeger deed en wat nu. Wat is een tentoonstelling? MK: Een tentoonstelling is een momentopname. Het is een moment waarop je een aantal dingen waar je dan mee bezig bent openbaar maakt. Waar je buiten je atelier komt met de opzet kritiek te krijgen. Er kunnen mensen naar het werk gaan kijken die je zelf niet kent. IV: Zie je een tentoonstelling als een confrontatie? MK: Ja, maar een indirekte. Ik ben er niet bij om te horen wat het oproept. IV: Maakt het uit of je deelneemt aan een groepstentoonstelling of dat je een eenmanstentoonstelling hebt? MK: Ja en nee. Het werk dat ik presenteer is onafhankelijk van werk van anderen. Een eenmanstentoonstelling is dwingender voor de kijker: hij kan geen vergelijking maken met de eigenschappen van ander werk ter plekke. Elk soort werk heeft een eigen manier om aandacht te trekken en in een groepstentoonstelling zijn die verschillen heel duidelijk. Maar het kan juist een voordeel zijn alle aandacht alleen te hebben in een eenmans. IV: Denk je bij een tentoonstelling aan een museumgebouw? MK: Niet uitsluitend. Er zijn zoveel mogelijkheden om werk te presenteren. Een museum is een dwingende omgeving. Een beetje moralistisch. Er is niets anders dan een egale ruimte en een aantal daarin geplaatste werken. Er zijn daar regels voor het presenteren en voor het kijken die buiten het museum niet bestaan. In andere ruimten zullen andere reakties ontstaan. IV: Maar die regels dwingen je te kijken, op straat ga je aan vele dingen die je ziet voorbij. MK: De straat is wel het tegenovergestelde, maar degenen die geïnteresseerd zijn zullen waarschijnlijk zonder aarzeling kijken. Zo werken etalages ook. Ik wil niet de hele wereld bereiken. Het publiek komt na het kunstwerk. • Interview mit Mirjam Kuitenbrouwer (German version) Was ist ein Kunstwerk? MK: Ein Kunstwerk ist ein Ding. Es ist die Gestalt eines Gedankens, entstanden aus innerlicher Notwendigkeit. Es ist eine Form, die eine Vorstellung repräsentiert, so wie z.B. Worte in einer bestimmten Zusammensetzung etwas bedeuten. IV: Was ist eine innere Notwendigkeit? MK: Es geht um Triebfedern, um Besessenheit. Um den unvermeidlichen Drang, die Dinge, die man sieht, aufnimmt und erinnert in Plastiken umzusetzen, die man anfassen kann, die man sich zu eigen machen kann. Manche schreiben ein Buch, andere malen ein Bild oder machen eine Skulptur, in der Vorstellungen und Assoziationen gebündelt werden, die im Kopf spielen und zusammenkommen. IV: Hast Du Maßstäbe oder Methoden, um die innerliche Notwendigkeit zu erkennen? MK: Es ist eine Tatsache. Ich versuche, so sauber wie möglich damit umzugehen. Das ist eine Einstellung und eine Voraussetzung, um aufrecht und klar mit Ideen umzugehen. IV: Kann ein Kunstwerk auch unsauber sein? MK: Das sind die Werke, die nicht und vielleicht niemals fertig werden; die nicht frei sind von dem, das nicht dazugehört. Dinge, die nicht genug ausgesprochen wurden. Über einem sauberen Kunstwerk liegt eine ohrenbetäubende Stille. Es ist die Erfüllung eines Begehrens. Etwas, das gar nicht anders sein kann als es ist: fertig, stimmig, im Gleichgewicht. Es braucht keine Erklärung, es spricht für sich. IV: Welche Funktion hat ein Kunstwerk? Willst Du anderen etwas erzählen oder willst Du Dir selbst etwas verdeutlichen? MK: Zunächst mir selbst. Ich mache nicht etwas mit dem Gedanken, daß jemand anders damit glücklich wird. IV: Du machst nicht Kunstwerke, um die Welt zu verändern? MK: Nein, kein Bedarf. IV: Ist es eine Form der Erinnerung? MK: Ja. Neue Dinge haben eigentlich nichts mit der Zukunft zu tun, sondern gerade mit der Vergangenheit. IV: Sind Zukunft und Vergangenheit deutlich voneinander zu unterscheiden? MK: Die Zukunft gibt es noch nicht, und im Gedächtnis liegen die Erfahrungen, die sich eingeprägt haben. Die Erinnerungen sind einfach da, die Vergangenheit ist eine Basis. IV: Ich könnte mir vorstellen, daß man zukunftsorientiert ist, daß man von etwas sprechen will, was man noch nicht weiß? MK: Ich kenne die Zukunft nicht, also kann ich mich auch nicht an ihr orientieren. Es besteht allerdings ein Streben, das aus dem kommt, was man erlebt hat, etwas, das man gern gesehen sehen möchte. Die Vergangenheit ist für mich der Ausgangspunkt. Ich schaue aus dem Blickwinkel der Erfahrung. IV: Ist das Kunstwerk ein Versuch, nicht zu vergessen? MK: Ja. Nichts verloren gehen zu lassen von dem, das ich empfinde, das in meinen Gedanken spielt. Ich schreibe regelmäßig kleine Stücke, kleine Geschichten, um es oft wieder zu lesen und mich zu erinnern an das, was ich will und was ich denke. Wenn man sie später wieder liest, sieht man eine Veränderung in der Art zu sehen, zu denken und zu schreiben. IV: Eine Veränderung, die Du nicht gesucht hast, sondern die unbemerkt vor sich ging? MK: Ja. Jedes Werk nimmt eigentlich einen bestimmten Zeitraum in meinem Leben ein. Es ist aus Bedürfnissen zu dem Zeitpunkt entstanden. Geschichte ist eine Folge von vergehenden Zeiträumen. Je weiter ich komme, desto mehr bekomme ich das Gefühl, am Anfang einer Entwicklung zu stehen. Es gibt noch soviel, was ich nicht weiß, was ich nicht kenne. Meine Welt erweitert sich ständig. So wie es die Unendlichkeit im Entdecken gibt, gibt es sie auch im Entstehen neuer Werke. Es hört nicht auf. IV: Du machst etwas möbelartiges; wie fing das an? MK: Ich weiß es nicht. Solange ich mich erinnern kann, habe ich Dinge gemacht, gezimmert, gezeichnet und Hefte vollgeschrieben. Als ich klein war, habe ich viele Karren und Hütten gebaut. Dinge, die man benutzen konnte, in denen ich selbst sitzen konnte. Es waren aber keine Möbel oder Kunstwerke. IV: Gab es damals noch keine innere Notwendigkeit? MK: Die war sogar ganz rein vorhanden. IV: Dann müßten es doch Kunstwerke sein. MK: Es ist nicht nötig, die Dinge so zu nennen. Wenn man klein ist, macht man einfach etwas. Es gibt dann noch keine Erinnerungen, keine Vergangenheit oder ein starkes Bewußtsein. Ich habe sowieso nie etwas gemacht, um es später ein Kunstwerk nennen zu können. IV: Deutet der Begriff Kunstwerk nicht einen bestimmten Status der gemachten Dinge an? MK: Ja. Der Begriff ist eine Würdigung. Aber das Benennen kommt nach dem Machen. Man muß eine bestimmte Sache machen wollen, nicht ein Kunstwerk. Benennen heißt beurteilen. Ich mache Plastiken als Sensation; um Erfahrungen zu wecken und darin festzulegen. Die der letzten Jahre scheinen als Kunstwerk bezeichnet zu werden. Der Wagen z.B., den ich gemacht habe, um schnell durch die Kurven fahren zu können; wenn dann die Räder umknickten, mußte ich wieder einen neuen machen. Es ging nur um die physische Erfahrung. Die Plastiken, die ich jetzt mache, sind aus einem größeren Gedanken entstanden. Skulpturen machen ist wie schreiben: ich erzähle eine Geschichte, indem ich eine Form bilde. Nach und nach entstehen aus dem wochenlangen Schreiben Skizzen und Modelle, die Schließlich die Form haben, die alles in sich trägt, wonach ich strebte. Sie sind weniger vergänglich als die Wagen. Letztendlich gibt es von der Intention her wenig Unterschied zu dem, was ich früher gemacht habe. Was ist eine Ausstellung? MK: Eine Ausstellung ist eine Momentaufnahme. Es ist ein Augenblick, an dem man einige Dinge, an denen man arbeitet, veröffentlicht. Man kommt aus dem Atelier heraus in der Absicht, kritisiert zu werden. Menschen können das Werk betrachten, die man nicht kennt. IV: Ist eine Ausstellung eine Konfrontation? MK: Ja, aber eine indirekte. Ich nehme nicht teil, um zu hören, was das Werk auslöst. IV: Ist es egal, ob man an einer Gruppenausstellung teilnimmt oder eine Einzelausstellung hat? MK: Ja und nein. Das Werk, das ich zeige, ist unabhängig von dem Werk anderer. Eine Einzelausstellung ist zwingender für den Betrachter: er kann nicht vergleichen mit anderen Werke vor Ort. Jedes Werk hat seine eigene Art, Aufmerksamkeit auf sich zu ziehen, und in einer Gruppenausstellung sind diese Unterschiede sehr deutlich. Es kann gerade von Vorteil sein, alle Aufmerksamkeit allein zu haben in einer Eizelausstellung. IV: Denktst Du bei Ausstellung an ein Museumsgebäude? MK: Nicht nur. Es gibt viele Möglichkeiten, Werke zu zeigen. Ein Museum ist eine zwingende Umgebung. Ein bißchen moralisch. Es ist ausschließlich ein ruhiger Raum mit einigen aufgestellten Werken. Es gibt Regeln für die Präsentation und für die Betrachtung, die es außerhalb des Museums nicht gibt. Andere Räume rufen andere Reaktionen hervor. IV: Aber die Regeln zwingen dich auch, hinzusehen. Auf der Straße geht man an vielen Dingen, die man sieht, vorbei. MK: Die Straße ist zwar das Gegenteil, aber Interessierten werden wahrscheinlich ohne zu zögern hinsehen. So funktionieren auch Schaufenster. Ich will nicht die ganze Welt erreichen. Das Publikum kommt zum Kunstwerk. Übersetzung: Gesine van der Zanden captions: Katalog zur Ausstellung Suchan Kinoshita curator: Irene Veenstra |
||||||