MIRJAM KUITENBROUWER
back to previous page

FERDINAND VAN DIETEN

Een analyse van het werk van Mirjam Kuitenbrouwer

Kopstation is een tot één figuur samengebalde vorm van divergerende gezichtspunten op ‘hetzelfde’ interieur. Het object is attractief in zijn perfectie en intrigeert door de geïmpliceerde vraag waarom het kijken op zoveel wijzen omgeleid moet worden.
Ruitcompositie naar Mondriaan is een ‘replica’ van een van Piet Mondriaans uitsneden uit de oneindige ruimte, maar hier biedt ieder vlakje ook zijn eigen ‘perspectief’ op de totale ruimte. Weer die attractieve perfectie, weer die intrige. De precieze aard van deze reflectie op de waargenomen wereld en van deze vrijheid om reflectie tot poëzie te laten worden, is beter te vatten en begrijpen als wij – in hoofdlijnen – het oeuvre van Mirjam Kuitenbrouwer kennen.
Met name in de panelen, die het ‘eerste deel’ van haar oeuvre vormen, is het uitgangspunt de onmacht om in directe waarneming de indrukken bijeen te houden, en daartegenover de kracht van kunstwerken om samenhang juist tot thema te maken. De leefwereld vervalt tot fragmenten. Als Kuitenbrouwer deze fragmenten samenbrengt in een uiterlijk – t.o.v. de fragmenten geforceerd – perspectief leidt dit juist tot een concentratie op de fragmenten, analytisch en associatief, een memoryspel waarbij we in de fragmenten juist steeds de wereld in het algemeen zien.
In een verdere ontwikkeling stelt zij de reflectie op het kijken centraal, een introspectie die leidt tot voorstellingen van de subjectiviteit. Voor haar zijn dat niet de onverwerkelijkte strevingen of bedoelingen, maar de objectieve gedaante waardoorheen onze beleving van de wereld tot stand komt, van de verbindende tussenruimtes, de geleiders van het kijken.
Maar Kuitenbrouwers werken zijn nooit slechts voorstelling van haar concept, in hun perfectie, dus door de geconcentreerde omgang met het werk heen, gebeurde altijd al meer. Op de panelen komen de fragmenten niet alleen bijeen in een uiterlijk perspectief, zorgvuldig zijn ook al de verstoringen van een suggestie van samenhang ‘weggepoetst’. Deze suggestie heeft al mede het werk bepaald. Bij de ‘constructies van het kijken’ is reeds het uitzicht meegenomen, de tussenruimte waardoorheen de wereld in fragmenten verschijnt, wordt ook een gids die een samenhang ontraadseld.
Door de intensiteit waarmee iedere objectivering doorwerkt wordt, heeft de omgang met de gefragmenteerdheid van ons zicht op de wereld, zich door het oeuvre heen ontwikkeld tot de basis voor werken waarin de samenhang ‘hoofdzaak’ wordt – of preciezer, maar in een niet vertaalbaar Duits: een ‘übergreifendes Moment’. De samenhang is niet meer ondergeschikt aan het perspectief van de fragmenten of de constructie van de mediator van de blik, maar toont zijn eigen vrijheid, d.w.z. in de werken overheerst een samenhang op basis waarvan de omleidingen van de blik functioneren en de daarin verschijnende fragmenten hun plek vinden.
Zoals gezegd heeft het werk van Mirjam Kuitenbrouwer zijn uitgangspunt in de tegenstelling tussen de onmacht van de directe waarneming en het vermogen tot samenhang van de kunst. Wat men dan in de kunst zoekt is een keuze: de romantisch nostalgische verheerlijking van fragmentarisatie en onmacht, die fragmenten als onecht, als de scherven van een ooit hele wereld wil zien, of een geloof dat de fragmenten als echt beschouwt, als de werkelijke manifestatie van de actuele samenhang waar die fragmenten produceert. Mirjam Kuitenbrouwer kiest voor het tweede en dus het bijeenhouden van fragment en samenhang. Dit bijeenhouden gebeurt altijd al vanuit de samenhang, en dat is wat haar werk in toenemende mate toont en wat in deze expositie zichtbaar wordt.

 

exhibition Kaatsen, botsen en verstrooien

Galerie Ferdinand van Dieten, Amsterdam

06 09 – 05 10 2008

www.dieten.biz